Onderwijsconcept

Er wordt op de Vuurvlinder in groep 3 t/m 8 methodisch gewerkt voor alle vakken. Waarbij we het doel hebben om iedere leerling zich zo goed mogelijk te laten ontwikkelen passend bij zijn/haar mogelijkheden. 

We werken volgens vaste structuren die vastgelegd zijn in de onderwijsplannen.
Leerkrachten zijn op de hoogte van hun impact op het leren van kinderen en weten hoe ze het meest effectief zijn. Ze maken dan ook gebruik van bewezen effectieve methodes tijdens hun instructie en tijdens de verwerking van leerstof.
Alle leerkrachten volgen hierin scholing en hebben hierin scholing gehad. Het team weet wat goed werkt bij het leren van kinderen en ontwikkelt zichzelf hierin ook steeds verder.
Het onderwijsteam bepaalt gezamenlijk het aanbod, daarbij rekening houdend met de wettelijke kerndoelen. De manier waarop leerstof aangeboden wordt wordt mede bepaald door de mogelijkheden van een groep en van de individuele kinderen in die groep.
Leerkrachten geven instructie aan de hand van het EDI model. Zij maken in iedere lesfase gebruik van coöperatieve werkvormen.

Voor een aantal kinderen is de groepsgewijze aanpak niet geschikt. Ze hebben bijvoorbeeld behoefte aan een lager tempo of aan meer instructie dan in de groep gegeven kan worden. Zij volgen lessen op hun eigen niveau in een kleiner groepje bij een onderwijsassistent.

In de basis gaan we uit van het volgende uitgangspunt;
Onderwijs geven we doorgaans niet aan individuen, maar aan groepen individuen met gemeenschappelijke kenmerken en onderwijsbehoeften. 
Leren zien we als een groepsproces waarmee we het leren van elkaar en de coöperatieve vaardigheden van leerlingen 
stimuleren. Groepsgewijs onderwijs zorgt ook voor een gevoel van cohesie. ‘Elk kind is uniek, maar dat betekent niet dat een eigen leerprogramma mogelijk, nodig of zelfs maar wenselijk is.’ Waar het om gaat is dat er voor elke leerling voldoende uit het onderwijs te 
halen is. (Struiksma, Focus op Feiten, 2009, CED-Groep)

De lessen starten met een instructie aan een groep. Daarna gaan de kinderen de leerstof zelfstandig verwerken, dan heeft de leerkracht tijd om leerlingen die het nodig hebben verlengde instructie te geven. Voor de meer- en hoogbegaafde kinderen is er verdiepingsstof in de klas en mogelijkheid om deel te nemen in een ‘plusklas’.

Wanneer er zwaarwegende redenen zijn om een leerling op een eigen leerlijn te laten werken wordt deze leerlijn, in overleg met de ouders, in een plan opgesteld.
Ook bij kinderen die werken met een eigen leerlijn proberen we groepjes te maken van kinderen die hierin met elkaar kunnen samenwerken. Zij doen deels niet mee met de groep en werken soms buiten de klas onder begeleiding van een leerkracht of onderwijsassistent.

Op de Vuurvlinder hebben we hier veel ervaring mee en kunnen we daardoor (bijna) alle kinderen het onderwijs bieden dat ze nodig hebben.

In groep 1 en 2 werken we thematisch. In de eerste twee jaar op school zal uw kind zich veel vaardigheden eigen maken. Deze worden door leerkrachten aangeboden in de kring, de leerrijke hoeken, vrije opdrachten en verplichte opdrachten aan de hand van thema’s die aansluiten bij de belevingswereld van het kind.Thema’s worden een aantal weken uitgewerkt, woorden en activiteiten worden aan het thema gekoppeld.

DORR
Voor het dagelijks en systematisch observeren en registreren van de ontwikkeling van kinderen, werken we in de kleutergroepen met het observatiepakket DORR (Dagelijks Observeren Registreren Rapporteren). Binnen DORR werken we met verschillende leerlijnen in drie periodes per schooljaar. We brengen de observatiegegevens in kaart en zo kunnen we een goed beeld van het ontwikkelingsverloop van uw kind laten zien. DORR maakt het onderwijsaanbod ook voor de kinderen aantrekkelijk en zichtbaar. Met behulp van het DORR plan/takenbord kunnen ze dagelijks hun taakjes en activiteiten plannen op hun eigen niveau. Voor ouders maken we met behulp van DORR inzichtelijk hoe de ontwikkeling van hun kind verloopt en wat het onderwijsaanbod voor de komende periode is.